Labo'Life 2LCL1®

De geneesmiddelen voor micro-immunotherapie van Labo’Life dienen om de immuunrespons specifiek te regelen en hebben als doel de goede werking van het immuunsysteem te bevorderen en/ of te behouden.
De geneesmiddelen voor micro-immunotherapie van Labo’Life zijn geneesmiddelen voor menselijk gebruik. Ze vallen onder de categorie homeopathische geneesmiddelen voor wat hun productiewijze betreft en gebruiken immunologische actieve stoffen (grondstoffen).

De geneesmiddelen voor micro-immunotherapie zijn voornamelijk samengesteld met cytokines (zoals interleukines, chemokines, groeifactoren) en specifieke nucleïnezuren (SNA) in perifysiologische concentraties (microdoses) of zelfs uiterst geringe doses. Het zijn diezelfde stoffen die de eigen cellen van het immuunsysteem gebruiken om de immuunrespons tegen een aanval in gang te zetten.
De meeste bestanddelen van de geneesmiddelen voor micro-immunotherapie worden geproduceerd met biotechnologische technieken.

Micro-immunotherapie kan worden toegepast bij aandoeningen die ontstaan door een verstoord evenwicht van het immuunsysteem. De toepassingsgebieden van de geneesmiddelen uit de micro-immunotherapie zijn afgeleid van de eigenschappen en van de verdunningen van de gebruikte bestanddelen. Algemeen gesproken behoren de toepassingsgebieden tot de volgende therapeutische domeinen:

1. Auto-immuunziekten:
Bij auto-immuunziekten valt het immuunsysteem per vergissing onze eigen cellen, organen en weefsels aan. Meestal gaat het om chronische stoornissen, met nu en dan acute episodes. Aandoeningen zoals multiple sclerose, reumatoïde artritis, hashimotothyreoïditis en fibromyalgie vallen onder deze categorie. Het voornaamste doel van micro-immunotherapie bij dit soort aandoeningen is het immuunsysteem te helpen om opnieuw goed te functioneren en een overdreven respons te voorkomen. Ze kan ook nuttig zijn als behandeling van factoren die een rol spelen in het ontstaan of het verergeren van deze aandoeningen, zoals virale infecties of stress.

2. Infecties:
Ons immuunsysteem is goed uitgerust om infecties te bestrijden, zowel virale, bacteriële als parasitaire infecties. Soms kan onze afweer echter een 'duwtje in de rug' gebruiken, om ons beter te beschermen tegen zulke infecties. Als de immuunrespons verstoord is en niet optimaal werkt, kunnen micro-organismen zich gemakkelijker vermenigvuldigen in het lichaam. Dan kunnen er aandoeningen optreden of kunnen infecties chronisch worden. Micro-immunotherapie kan het immuunsysteem helpen om de infectiekiemen op te sporen en te voorkomen dat ze zich vermenigvuldigen in het organisme.

3. Oncologie:
Tumorcellen beschikken over mechanismes waarmee ze het immuunsysteem kunnen omzeilen, zodat het organisme ze niet uitschakelt. Soms zijn tumorcellen zelfs in staat om de afweercellen van het immuunsysteem te manipuleren en zo te voorkomen dat ze worden vernietigd. Bij tumorprocessen kan micro-immunotherapie worden aangewend als aanvulling op klassieke behandelingen om de immuunrespons te normaliseren zodat kankercellen kunnen worden opgespoord en vernietigd.

4. Bot- en gewrichtsaandoeningen:
Aandoeningen als artrose, reumatoïde polyartritis of fibromyalgie worden uitgelokt door ontstekingsreacties die, als ze aanhouden, uiteindelijk chronisch worden. Andere aandoeningen, zoals osteoporose of parodontitis, waarbij het evenwicht tussen de afbraak en de opbouw van het bot verstoord is, werden ook in verband gebracht met chronische ontsteking. Micro-immunotherapie richt zich specifiek op de ontstekingshaarden en bevordert gezonde botten en gewrichten door het organisme te helpen zijn normale toestand terug te vinden en het gevaar dat de aandoening chronisch wordt, te verkleinen.

5. Neurologische en stres gerelateerde stoornissen:
Het zenuwstelsel en het immuunsysteem zijn nauw met elkaar verbonden. Dat verklaart waarom de immuunrespons gewijzigd is en er chronische ontstekingen optreden bij neurologische aandoeningen als de ziekte van Alzheimer of de ziekte van Parkinson, maar ook bij andere stoornissen, zoals depressie, of stoornissen als gevolg van chronische stress. We mogen ook niet vergeten dat het immuunsysteem wijzigt naarmate we ouder worden. Dat heeft een weerslag op de werking ervan en kan bepaalde aandoeningen uitlokken. In dat geval probeert micro-immunotherapie enerzijds de immuunrespons te normaliseren en de ontsteking zo goed mogelijk te onderdrukken, en anderzijds de goede werking van het zenuwstelsel te bevorderen.

6. Allergieën:
Allergieën zijn overdreven reacties van het immuunsysteem op stoffen als pollen of huisstof, waar de meeste mensen doorgaans geen last van hebben. Een allergie ontstaat als het immuunsysteem deze stof of allergeen als schadelijk voor het lichaam beschouwt en om zich te verdedigen zichzelf aanvalt. Bij allergische processen kan micro-immunotherapie de allergische respons matigen, zodat het organisme het allergeen beter verdraagt.

De geneesmiddelen voor micro-immunotherapie zijn opeenvolgende behandelingen. De drie blisters in de verpakking hebben een nummering en zijn identiek. U moet die nummering volgen wanneer u het geneesmiddel inneemt: eerst capsule 1 en zo verder tot capsule 10. Als de eerste blister volledig is ingenomen, neemt u de volgende blister en begint u opnieuw met capsule 1.

De capsules moeten bovenaan worden geopend en de inhoud (de korreltjes) moet onder de tong worden gestrooid zodat de korreltjes in contact komen met het sublinguale slijmvlies.

Het geneesmiddel moet 's morgens worden ingenomen, bij voorkeur nuchter. Als dat niet mogelijk is, mag het 15 à 30 minuten voor de maaltijd of een uur erna worden ingenomen.

De gebruikelijke dosering is één capsule per dag, 's morgens op de nuchtere maag. Af en toe, en op medisch advies, mogen de innames elkaar wat sneller volgen maar ook dan moet u capsules strikt volgens de nummering van 1 tot 10 innemen.
Denk eraan dat u, als u meer dan één capsule per dag moet innemen, voldoende tijd moet laten tussen de innames.

Cytokines (zoals interleukines, chemokines, groeifactoren), specifieke nucleïnezuren (SNA)

De bestanddelen van elke serie van 10 capsules zijn:
Interleukin 1 (IL-1): 6-10CH
Interleukin 2 (IL-2): 3-10CH
Interleukin 4 (IL-4): 6-10CH
Interleukin 6 (IL-6): 6-10CH
Interleukin 7 (IL-7): 6-10CH
Interferon Alpha (IFN-α): 3-10CH
Interferon Gamma (IFN-γ): 6-10CH
Dimethyl Sulfoxid. (DMSO): 3-10CH
Epiderm. Cresc. Fact. (EGF): 10-15 CH
Transform. Cresc. Fact. Beta (TGF-β): 15-30CH
Molgramostim (GMCSF): 5-10CH
Tum. Necr. Fact. Alpha (TNF-α): 5-10CH
Acid. Desoxyribonucleic (ADN/DNA): 10-12-30-200CH
Acid Ribonucleic. (ARN/RNA): 6-10-12-30-200CH
Acid. Nucleic. Specif. SNA®-HLA I: 10-16CH
Acid. Nucleic. Specif. SNA®-HLA II: 10-16CH
Acid. Nucleic. Specif. SNA®-CL1a: 10-16CH
Acid. Nucleic. Specif. SNA®-CL1b-01: 10-16CH
Excip. Lactos. Saccharos. Pro Caps. gel. una.

• Dit is een geneesmiddel, geen langdurig gebruik zonder medisch advies.
• Buiten het zicht en het bereik van kinderen bewaren.
• Lees aandachtig de bijsluiter voor gebruik.
• Vraag raad aan uw arts of apotheker.
• Indien er bijwerkingen optreden neem direct contact met uw huisarts.

• Lees de hele bijsluiter aandachtig door alvorens dit geneesmiddel in te nemen.
• Buiten bereik van kinderen bewaren.

Contra-indicaties:
De geneesmiddelen zijn gecontra-indiceerd bij overgevoeligheid voor een van de actieve stoffen of een van de hulpstoffen van het product.

Voorzorgsmaatregelen:
De behandeling mag niet onderbroken worden zonder de toestemming van de arts.
Dit geneesmiddel bevat lactose en sucrose in kleine hoeveelheden. Als uw arts u heeft gewaarschuwd dat u een intolerantie heeft voor bepaalde suikers, raadpleeg dan uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.

Aangezien micro-immunotherapeutische geneesmiddelen sublinguaal worden toegediend, raden wij aan om ze niet tijdens de maaltijd in te nemen, niet wanneer u koffie, thee, chocolade, alcohol of munt gebruikt, en niet te roken. Dat geldt voor alle geneesmiddelen die zo worden toegediend, meer bepaald homeopathische geneesmiddelen.

Zwangerschap:
Als u zwanger bent, moet u uw arts inlichten voor u dit geneesmiddel inneemt, net als met alle andere medicijnen. De twee meest gevoelige periodes van de zwangerschap zijn het eerste en het derde trimester. Vraag raad aan uw arts. Die zal de voor- en nadelen van de behandeling afwegen en u zeggen of u de behandeling mag volgen.